Leren hoeft niet zwaarder, wel slimmer. Veel leerlingen spenderen uren aan hun boeken, maar halen daar niet altijd het maximale uit. Gelukkig is er goed nieuws: door te studeren op een manier die rekening houdt met hoe ons brein werkt, kun je beter onthouden, sneller begrijpen én met minder stress studeren. Ontdek hier 10 breinvriendelijke studietips — wetenschappelijk onderbouwd en meteen toepasbaar!


1. Werk in korte blokken (Pomodoro-techniek)

Het brein kan zich niet eindeloos blijven focussen. Na ongeveer 25 minuten daalt onze concentratie. De Pomodoro-techniek werkt met blokken van 25 minuten studeren, gevolgd door 5 minuten pauze. Na vier blokken neem je een langere pauze. Dit helpt om je mentale energie te spreiden én langer scherp te blijven. Bij kinderen rond de 12 jaar is de aandacht spanne zelfs nog minder. Hen verplichten uren achter de boeken te zitten is niet meteen effectiever.

Als een jongere ook een leeruitdaging (bijvoorbeeld dyslexie) of ontwikkelingsuitdaging heeft, kan die tijd om zich te kunnen concentreren nog minder zijn.
Timers kunnen hierbij helpend zijn. Om ervoor te zorgen dat de telefoon toch niet voor afleiding kan zorgen kan je daarvoor een zandloper inzetten.


2. Slaap voldoende

Slaap is geen luxe, maar een leerstrategie. Tijdens de slaap verwerkt je brein wat je overdag geleerd hebt. Slaaptekort heeft een negatieve impact op geheugen, concentratie en stemming. Minstens 7 tot 8 uur slaap per nacht is dus cruciaal, zeker tijdens de examens. Ook hier is de leeftijd in mee te nemen. Er zijn jongere kinderen die misschien nog meer slaap nodig hebben. Dit is uiteraard af te stemmen met de behoefte van de kinderen zelf en kan individueel soms erg verschillen.


3. Herhaal op slimme momenten (Spaced repetition)

Stof herhalen met tussenpozen – in plaats van alles op één dag te blokken – leidt tot veel beter onthouden. Dit principe heet spaced repetition. Het is gebaseerd op de vergeetcurve: hoe vaker je iets op het juiste moment herhaalt, hoe dieper het zich in je geheugen nestelt.

vergeetcurve bij breinvriendelijk studeren
vergeetcurve met herhaling bij breinvriendelijk studeren

Bij cognitief sterke kinderen moeten we ook opletten dat het goede geheugen niet voor oppervlakkige verwerking zorgt. Het inzicht of de transfer kan ontbreken en daar moeten we waakzaam voor blijven. Herhalingen worden voor deze leerlingen best verder uit elkaar gezet en er worden best telkens nieuwe oefeningen gebruikt omdat de stappen en/of de uitkomst nog in het geheugen kunnen zitten.


4. Gebruik visuele hulpmiddelen

Ons brein is dol op beelden. Mindmaps, schema’s, tekeningen of kleurcodes helpen om informatie overzichtelijk te maken en beter te onthouden. Visuele ondersteuning is daarom een breinvriendelijke manier van studeren. Door zowel woorden als beelden te gebruiken, maak je gebruik van het ‘dual coding’-principe: informatie wordt dan via twee kanalen opgeslagen.


5. Leg het uit aan iemand anders

Als je iets echt begrijpt, kun je het uitleggen. Dat is het idee achter de Feynman-techniek: leg de leerstof uit in je eigen woorden, alsof je het aan iemand anders leert. Zo ontdek je waar de gaten zitten en verdiep je je inzicht.


6. Beweeg regelmatig

Beweging verhoogt de bloedtoevoer naar de hersenen en verbetert de werking van het geheugen, de concentratie en de stemming. Een korte wandeling of een sportpauze tussen het studeren door is dus geen tijdverlies, maar een investering in je leervermogen.

Jongeren gewoon naar hun training laten gaan en/of competitie laten spelen kan dus in de meeste gevallen wel. Het geeft terug ruimte voor betere concentratie.
Ook hier is het individueel te bepalen of het voor een specifiek kind de juiste beslissing is, maar in het algemeen gezien is bewegen en sporten en even met je neus uit de boeken net goed voor de concentratie en het meer effectief studeren.


7. Maak koppelingen met wat je al weet

Nieuwe informatie blijft beter hangen als je ze koppelt aan bestaande kennis. Het brein slaat informatie op in netwerken. Hoe meer ‘haakjes’ je creëert, hoe makkelijker je het later terugvindt.


8. Vermijd afleiding

Je brein kan zich maar op één complexe taak tegelijk richten. Elke keer dat je onderbroken wordt door een melding of je smartphone checkt, moet je opnieuw ‘opstarten’ met je focus. Zet dus meldingen uit, leg je gsm weg en studeer op een rustige plek.


Is muziek helpend of net niet?

Muziek tijdens het studeren kan zowel helpend als storend zijn — het hangt af van wat je leert en hoe je brein werkt.

Bij eenvoudige, repetitieve taken zoals woorden herhalen of notities overschrijven, kan rustige, instrumentale muziek helpen om in een flow te komen. Sommige leerlingen gebruiken het ook om storende omgevingsgeluiden te blokkeren. Voor anderen werkt een vaste afspeellijst zelfs als een motiverend studieritueel.

Maar let op: bij moeilijke taken die veel concentratie of taalverwerking vragen (zoals begrijpend lezen of abstract redeneren), kan muziek — zeker met songteksten — je juist afleiden. De hersenen moeten dan namelijk multitasken, wat de leerprestatie verlaagt.

Kortom: muziek kan zeker nuttig zijn, maar kies bewust. Vermijd muziek met tekst, hou het rustig en test wat voor jou werkt.

muziek kan, maar kies verstandig

SituatieMuziek: Ja of Nee?Aanbevolen type
Samenvatten of herhalen✅ JaRustige instrumentale muziek
Nieuwe leerstof begrijpen❌ Beter zonderStilte of white noise
Moeite met concentratie✅ Ja, met mateWhite noise / ambient muziek
Gevoelige leerling❓ Hangt afTest wat werkt!

9. Wissel af in studiemethoden

Lezen, schrijven, quizjes maken, samenvattingen tekenen… Door variatie te brengen in hoe je leert, activeer je meerdere delen van je brein. Die afwisseling maakt het leren effectiever én minder saai.

Zorg bij het studeren dat je aan de slag gaat met wetenschappelijk onderbouwde, effectieve leerstrategieën. Samenvatten is bijvoorbeeld maar helpend als je dat op de juiste manier doet. Hersenloos overschrijven werkt niet. Een boek dat hierbij kan helpen voor jongeren is het boek “Leren. Hoe? Zo!

Leren. Hoe? Zo!

Ouders ondersteunen soms niet op de meest efficiënte manier of hebben zelf ook niet de meest efficiënte studiemethode. Daarom schreef Tommy Opgenhaffen ook een boek speciaal voor ouders:

Leren. Hoe? Zo! voor ouders

10. Stel concrete doelen

“Vandaag hoofdstuk 2 begrijpen” is veel krachtiger dan “ik ga studeren”. Het stellen van duidelijke, haalbare doelen helpt je brein om gefocust te blijven en geeft meer voldoening als je ze behaalt.
Stel je doelen eventueel ook op volgens de SMART methode:

Een SMART-doel is een concreet en haalbaar doel dat voldoet aan vijf duidelijke criteria:

  • Specifiek: Wat wil je precies bereiken?
  • Meetbaar: Hoe weet je dat je doel bereikt is?
  • Acceptabel (of Actiegericht): Is het doel haalbaar en relevant voor jou?
  • Realistisch: Is het uitvoerbaar met de middelen en tijd die je hebt?
  • Tijdsgebonden: Tegen wanneer wil je het doel bereiken?

Tot slot

Breinvriendelijk studeren is geen kwestie van harder werken, maar van slimmer plannen, voldoende pauzes, en goed voor jezelf zorgen. Wat goed is voor je hoofd, is ook goed voor je resultaten.

Referenties breinvriendelijke studietips:

American Academy of Pediatrics. (2016). Media and young minds. Pediatrics, 138(5), e20162591. https://doi.org/10.1542/peds.2016-2591

Anderson, R. C. (1984). Role of the reader’s schema in comprehension, learning, and memory. In R. C. Anderson, J. Osborn, & R. J. Tierney (Eds.), Theoretical models and processes of reading (pp. 592–606). International Reading Association.

Cepeda, N. J., Pashler, H., Vul, E., Wixted, J. T., & Rohrer, D. (2006). Distributed practice in verbal recall tasks: A review and quantitative synthesis. Psychological Bulletin, 132(3), 354–380. https://doi.org/10.1037/0033-2909.132.3.354

Diamond, A. (2013). Executive functions. Annual Review of Psychology, 64, 135–168. https://doi.org/10.1146/annurev-psych-113011-143750

Fiorella, L., & Mayer, R. E. (2013). The relative benefits of learning by teaching and teaching expectancy. Contemporary Educational Psychology, 38(4), 281–288. https://doi.org/10.1016/j.cedpsych.2013.06.001

Gathercole, S. E., & Alloway, T. P. (2008). Working memory and learning: A practical guide for teachers. SAGE Publications.

Hillman, C. H., Erickson, K. I., & Kramer, A. F. (2008). Be smart, exercise your heart: Exercise effects on brain and cognition. Nature Reviews Neuroscience, 9(1), 58–65. https://doi.org/10.1038/nrn2298

Kraushaar, J. M., & Novak, D. C. (2010). Examining the effects of student multitasking with laptops during the lecture. Journal of Information Systems Education, 21(2), 241–251.

Locke, E. A., & Latham, G. P. (2002). Building a practically useful theory of goal setting and task motivation. American Psychologist, 57(9), 705–717. https://doi.org/10.1037/0003-066X.57.9.705

Mayer, R. E. (2001). Multimedia learning. Cambridge University Press.

Ophir, E., Nass, C., & Wagner, A. D. (2009). Cognitive control in media multitaskers. Proceedings of the National Academy of Sciences, 106(37), 15583–15587. https://doi.org/10.1073/pnas.0903620106

Paivio, A. (1991). Dual coding theory: Retrospect and current status. Canadian Journal of Psychology, 45(3), 255–287. https://doi.org/10.1037/h0084295

Perham, N., & Currie, H. (2014). Does listening to music affect students’ academic performance? Psychology of Music, 42(6), 898–903. https://doi.org/10.1177/0305735613505278

Rosen, L. D., Lim, A. F., Carrier, L. M., & Cheever, N. A. (2011). An empirical examination of the educational impact of text message-induced task switching in the classroom. Educational Psychology, 31(1), 93–116. https://doi.org/10.1080/01443410.2010.508234

Salamé, P., & Baddeley, A. (1989). Effects of background music on phonological short-term memory. Quarterly Journal of Experimental Psychology, 41(1), 107–122. https://doi.org/10.1080/14640748908402355

Söderlund, G. B. W., Sikström, S., & Smart, A. (2007). Listen to the noise: Noise is beneficial for cognitive performance in ADHD. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 48(8), 840–847. https://doi.org/10.1111/j.1469-7610.2007.01749.x

Thompson, W. F., Schellenberg, E. G., & Husain, G. (2001). Arousal, mood, and the Mozart effect. Psychological Science, 12(3), 248–251. https://doi.org/10.1111/1467-9280.00345

Walker, M. P., & Stickgold, R. (2004). Sleep-dependent learning and memory consolidation. Neuron, 44(1), 121–133. https://doi.org/10.1016/j.neuron.2004.08.031

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.