Met beeldopvoeding aan de slag gaan, is naast kinderen technieken aanleren en creatief bezig laten zijn, hen ook wegwijs maken in de grote verzameling beeldaspecten. De puzzelstukjes die kunstenaars gebruiken om tot een geheel te komen, die hen onderdelen laten versterken, samen laten werken of tegen spreken. Deze puzzelstukjes of beeldaspecten staan in elk werk in relatie met elkaar.
Bezig zijn met beeldende vorming is dus bouwen met blokjes genaamd beeldaspecten.
De belangrijkste beeldaspecten op een rij
Beeldaspect lijn
Als je begint te tekenen, dan maak je meestal een lijn. Deze kan verschillen van vorm of van dikte. Soms laten lijnen beweging zien. Denk maar aan Stary night van Vincent van Gogh.
Lijnen kunnen ook gevoelens weergeven. Bekijk een smiles en je weet perfect wel gevoel men wil weergeven. Een mondje met de lijn die naar boven uitwijkt… dan ben je blij. Een mondje waarvan de hoeken naar onder wijzen? Dan zijn we bij verdriet aangekomen!
Een lijn kan dik zijn of dun, golvend of gebroken en elke lijn vertelt een ander verhaal.
Beeldaspect vorm
Vormen zijn plat of 3D (of ten minste ze lijken 3D als ze in een tweedimensionaal vlak staan – ze wekken de illusie van diepte op).
Je kan ze opdelen in twee grote groepen: de geometrische en de organische vormen.
De Geometrische vormen zijn deze die in de wiskunde voorkomen zoals cirkel (bol), rechthoek (balk), ovaal (cilinder),…
Organische vormen komen zo in de natuur voor. Ze zijn ook onregelmatig.
Om te oefenen met vorm, lijn en open ruimtes kan je gebruik maken van een rastertekening. Gratis downloads met dat soort oefeningen kan je hier vinden.
Beeldaspect kleur
Om het beeldaspect kleur duidelijk te maken, gebruiken we een kleurencirkel. De drie hoofdkleuren, ook wel primaire kleuren bij een subtractieve menging zijn geel, magenta en cyaan. Subtractief wil zeggen dat je gaat mengen met verf. Vanaf het moment dat je gaat mengen met licht, wordt het een ander verhaal. In de beeldende lessen waar je met verf werkt leer je dus de drie primaire kleuren geel, cyaan en magenta aan.
Met deze drie hoofdkleuren kunnen ze de drie secundaire kleuren maken. Deze zijn oranje, paars en groen en staan in de kleurencirkel telkens tussen de twee primaire kleuren in die nodig zijn om ze te mengen.
Kleuren die tegenover elkaar staan in deze kleurencirkel noemen we complementaire kleuren. Als je ze naast elkaar gebruikt, zullen ze elementen in je werk versterken en laten opvallen omdat ze geen familie zijn van elkaar.
Er zijn ook warme kleuren zoals geel, oranje rood. De koude kleuren zijn dan blauw en groen en donkerpaars!
Analoge kleuren liggen dicht bij elkaar op de kleurencirkel.
Ruimte
Er zijn ook verschillende manieren om de illusie van diepte te creëren in een tekening. Hoe gebruik je de ruimte op je blad?
Gebruik je de volledige plaats op je blad? Of teken je misschien net héél klein om iets duidelijk te maken?
Wordt er gebruik gemaakt van kleurenperspectief? Dat wil zeggen dat je alles wat dichter bij staat ook donkerder van kleur maakt.
Zijn er overlappingen aanwezig, zodat het lijkt of een element achter of voor een ander staat? Misschien zijn er, net als bij een foto, stukken afgekapt en niet helemaal zichtbaar?
Gebruik je perspectief in je tekening? Maak je onderwerpen die dicht bij staan groter dan die voorwerpen die net verder weg staan?
Al deze dingen hebben te maken met de manier waarop je ruimte gebruikt in jouw blad!
Textuur
Als je dingen tekent en je wil het materiaal weergeven, dan moet je ook rekening houden met de textuur! Heb je een glas getekend? Dan zou dat glad moeten lijken! Heb je de schors van een boom proberen weer te geven? Dan zou dat net ruw moeten zijn. Door gebruik te maken van materialen die een dikte geven (bijvoorbeeld gesso of krantenpapier) kan je ook echt textuur krijgen in je werk. Het proberen tekenen met potloden of kleurpotloden is dan weer moeilijker. Dan ga je gebruik maken van kleur en schaduw.
Contrast
Een contrast wil zeggen dat je twee dingen gebruikt die elkaar versterken…
Je kan bijvoorbeeld een geometrische vorm en een organische vorm naast elkaar zetten. Deze verschillen erg van elkaar en zullen dus ook elkaar harder laten opvallen.
Een zwart-wit contrast is een andere mogelijkheid. Als je dat contrast gebruikt, zal je ook vaak negatieve en positieve vlakvulling tegenkomen, zoals bijvoorbeeld bij deze notan collage.
Bij kleur kwamen we ook al een paar contrasten tegen. Het warm-koud contrast bijvoorbeeld waarbij je een warme kleur langs een koude zet om ze beiden harder te laten opvallen. Ook de complementaire kleurcontrasten kunnen gebruikt worden. Dit zijn de kleuren die op de kleurencirkel tegenover elkaar staan. Blauw en oranje, paars en geel en rood en groen.
Ritme
Herhaling van bepaalde elementen in een tekening kan een ritme opleveren. Vincent Van Gogh gebruikte bijvoorbeeld lijnen in zijn Stary night, maar hij is zeker niet de enige die dat heeft gedaan. Ook Hundertwasser maakte gretig gebruik van ritmes in zijn werk.
Patronen zijn ook een vorm van ritme. Ze worden super vaak gebruikt in beeldende opdrachten!
Evenwicht
Is de tekening in evenwicht of kies je misschien bewust om de balans helemaal door te laten hellen naar één kant? Soms gebruiken we symmetrie en is de tekening in balans. Toch kan een kunstenaar er ook voor kiezen om dat helemaal niet zo te doen en bewust voor een asymmetrie te kiezen. Dit trekt vaak de aandacht naar iets belangrijks in een schilderij of tekening.
Compositie
Hoe is de schikking van alle elementen van je werk? Staan ze overal een beetje of trek je de aandacht net naar één centraal punt?
Staat alles op een diagonale as of vormen de delen een driehoek?
De plaatsing op je blad is erg belangrijk! Leerlingen moeten daar dus zeker rekening mee houden als ze beeldend werk aan het maken zijn in bijvoorbeeld de les plastische opvoeding.
Het werkblad beeldaspecten
Hier zie je twee voorbeeldpagina’s van de werkbladbundel beeldaspecten. Al de bovenstaande beeldaspecten staan op dit werkblad.
De volledige bundel kan je gratis downloaden via de knop onderaan.
One thought on “Met beeldaspecten aan de slag + werkblad”